Ontgassen in de binnenvaart laat vooral zwakke overheid zien



By
Editor
13 February 23
0
comment

Bron: NRC 13 februari 2023

Maar iedereen doet het! Het is één van de meest gehoorde argumenten die burgers hanteren als een gedragsnorm een obstakel vormt. De norm bestaat kennelijk alleen als ‘iedereen’ eraan meedoet. En zolang dat niet het geval is ‘hoef’ ik dus ook niet. Dergelijk gedrag komt ook voor in de tankerbinnenvaart, zo viel te lezen in een reeks NRC-verhalen.

Deze schippers weten heus wel dat het ontgassen van hun installaties de uitstoot van duizenden kubieke meters giftige dampen teweegbrengt. Waar ze overigens ook zélf de fysieke gevolgen van ondervinden. Maar ze claimen overmacht omdat de verladers niet voor veilig ontgassen willen betalen. En omdat aan dergelijke installaties een groot tekort is. Schippers die weigeren om ‘varend te ontgassen’ zien vervolgens de vervoerscontracten aan zich voorbijgaan.

Er rijst een beeld op van een misstand waar onmacht, onwil en een gebrek aan bestuurlijke belangstelling én morele verantwoordelijkheid bij de sector zelf, kennelijk om voorrang strijden. Dit alles ten koste van de lucht die de burger dagelijks inademt, in het bijzonder diegenen die langs binnenwateren of bij havens wonen. Geven we eigenlijk iets om de atmosfeer, dat dunne blauwe schilletje rond de aarde? Het is maar de vraag. Oud-vicepresident Al Gore merkte tijdens het recente World Economic Forum terecht op dat die nog steeds als een open riool wordt gebruikt.

Natuurlijk heeft het kabinet hier een regulerende taak, maar minister Harbers (VVD, infrastructuur) houdt zich teleurstellend op de vlakte. In een brief aan de Kamer veegt hij het vraagstuk van zijn bureau, in twee richtingen. Een landelijk verbod kan volgens hem alleen als eerst het CDNI-Verdrag wordt aangepast. Het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart. En het tekort aan ontgassingsinstallaties is een verantwoordelijkheid van de provincies. Die staan volgens hem ‘aan de lat’ om vergunningen te verlenen. Pas als dat voor elkaar is, is Harbers toe aan handhaving, vindt hij zelf.

Die passieve houding is een constante in de houding van milieuministers, constateerden onderzoekers van de Erasmus Universiteit. Zij wijzen erop dat dergelijke flagrante milieu-overtredingen ook kunnen gelden als een directe inbreuk op de mensenrechten: het recht op gezondheid. Dat zou Harbers kunnen verplichten om in actie te komen. De uitgestoten gassen zijn immers kankerverwekkend – de schippers die ze uitstoten constateren hoofdpijn, koorts, duizeligheid en rode ogen bij zichzelf en hun dekpersoneel. Zou dat niet voldoende moeten zijn? Of moet ook deze minister worden gedagvaard, net als eerder bij Urgenda?

  Lees ook het interview met milieuofficier Rob de Rijck: ‘Ons rechtssysteem werkt te weinig afschrikwekkend’

De kwestie-ontgassing blijkt aldus een typisch staaltje falende milieuhandhaving waarin iedereen naar iedereen wijst en tijdig opzijkijkt ten bate van het eigen belang. De overheid schiet dus tekort, loopt achter bij de urgentie van de problemen. In de praktijk blijkt milieuhandhaving steevast een kat-en-muisspel tussen overheid en overtreders op te leveren, of het nu om mestoverschotten gaat, giftige lozingen of te duur gevonden regulering. Waarin de constante is dat bestuurders de urgentie niet zien, opsporing en vervolging eindeloos duurt en zaken veelal met een boete of transactie worden afgedaan of een (te) lage straf.

Milieuhandhaving is niet voldoende doeltreffend, niet afschrikwekkend genoeg en helpt dus niemand om zijn gedrag te verbeteren. Waarna ‘iedereen’ blijft doen waar de ander mee wegkomt.